Opvoeden heeft geen zin

schuldgevoelens-loslaten
In de ‘Rondom Pubers’ lezing gooi ik in de tweede acte de zeven puber hang ups op.
De eerste luidt als volgt;

Opvoeden heeft geen zin. Eens of oneens?

De vraag op deze stelling vanuit de zaal is unaniem; ‘Het is maar wat je onder opvoeden verstaat?’ En dat is een interessante en tevens niet onbelangrijke vraag.
Het fenomeen opvoeden wordt ter discussie gesteld. Of we weten niet meer zo zeker wat dit nou eigenlijk inhoudt wanneer het pubers betreft.

Stel dat ik deze vraag had gesteld wanneer de kinderen nog geen pubers waren? Had ik dan eenzelfde antwoord gekregen? Ook dit test ik bij de ouders in de zaal en het antwoord is een duidelijk ‘nee’. Met andere woorden we vragen onszelf af als ouders wat de betekenis van opvoeden is wanneer onze kinderen pubers zijn. En bestaat er eigenlijk nog wel een opvoeden bij pubers?

Het antwoord hierop is: Nee

Tot een bepaalde leeftijd (het begin van de puberteit) kunnen we onze kinderen van alles meegeven vanuit onze eigen waardes. Wat wij als ouders belangrijk vinden en wat we vanuit onszelf onze kinderen willen en kunnen leren. Wanneer kinderen in de puberteit komen krijgen zij steeds meer invloed op en regie binnen hun eigen leven. Ze krijgen inzicht over hoe zij zichzelf verhouden tot de ander en dat gaat verder dan alleen hun vader of moeder. Die verhouding ontstaat gaandeweg met de rest van de wereld, te beginnen met vrienden en gelijkgestemden. Pubers gaan hun eigen waardes vormen en die hoeven niet altijd te stromen met die van hun ouders. Het losmaken van de gevestigde orde (papa en mama) maakt dat we als ouders minder controle hebben. De controle vanuit onze eigen manier van denken, handelen, koersvaren en toekomstdromen.

Conclusie: De puberteit is het einde van de opvoeding.

Betekent dit het einde van de invloed die we hebben als ouder? Juist niet.
Daar begint de waarde en de uitkomst van de opvoeding en alles wat we onze kinderen tot dan toe hebben meegeven.
Vanuit die beginwaarden ontstaat de invloed die we kunnen cultiveren in: aanwezigheid, betrokkenheid, empathie, wederzijdse kwetsbaarheid, begrip, vertrouwen, motivatie en sturing vanuit het oogpunt van het kind zelf.

De koers wordt bepaald door de puber/jongvolwassene en de belangrijkste stuurman aan wal dat zijn en blijven hun ouders.